Weten hoe het écht zit met het moderne gezinsleven? Hoe het verlof voor vaders en partners de druk op gezinnen kan verlichten? Lees hier ons interview met Mara Yerkes, onderzoeker aan de Universiteit van Utrecht naar de combinatie werk en gezin.
U heeft veel (internationaal) onderzoek gedaan naar werkende ouders. Hoe typeert u ouderschap anno nu?
Ouderschap anno 2020 is meer dan ooit veeleisend en druk. Dat komt omdat in veel gevallen beide ouders werken en er ook steeds meer alleenstaande ouders zijn. Dat is anders dan de tijd waarin zijzelf opgroeiden, veelal met een vader fulltime aan het werk en een moeder thuis. Ouders van nu moeten veel dingen tegelijk en kunnen daardoor makkelijk onzeker worden. Doe ik het wel goed? Tegelijkertijd besteden we meer dan ooit veel tijd aan onze kinderen. Dat is een grote rijkdom van deze tijd, maar verklaart ook een deel van die druk.
Hoe kunnen ouders in het algemeen het beste met die onzekerheid omgaan?
Om die druk te verdelen is het belangrijk samen het gesprek aan te gaan. Hoe willen we het ouderschap inrichten? Dit wordt vaak vergeten omdat het lijkt alsof het vanzelf gaat of zou moeten gaan. En als het gesprek al wordt gevoerd is het vaak te weinig; net als de APK van de auto, zouden ouders vaker moeten afstemmen hoe het gaat. Voor alleenstaande ouders valt er niet of minder af te stemmen en is er ook in veel gevallen de extra zorg over geld; wat de druk aanzienlijk verhoogt. Gelukkig zien we steeds vaker dat gescheiden ouders de zorg voor kinderen goed kunnen verdelen via co-ouderschap.
Zijn de uitdagingen voor alle moeders en vaders gelijk?
Nee. De verwachting is steeds meer dat moeders en vaders zorg en werk gelijk verdelen, zoals met name veel hoog opgeleide ouders dat nu al doen. Maar hoe werkt dat precies in de praktijk? De uitdaging voor vaders én moeders is hoe ze al die verschillende rollen combineren. Specifiek voor vaders komt daarbij dat ze het gevoel van de kostwinner moeten zijn, overeenstemmen met de noodzaak en vaak de wens een deel van de zorg op zich te nemen. Daarnaast moeten ze dit aankaarten op hun werk. Hoe vraag je verlof aan of (tijdelijk) minder uren? Hoe reageert je werkgever daarop? De uitdaging voor vrouwen is naast de diverse rollen veel meer leren vertrouwen op de competenties van de vader om te zorgen en de touwtjes uit handen te geven. Dat laatste gaat met name om de regeltaken, ook wel ‘invisible work’ (onzichtbaar werk) genoemd. Daarbij komt de enorme druk van ‘het perfecte plaatje’ dat ouders dagelijks voorgeschoteld krijgen op social media. Daar lijken met name de vele moeders die online actief zijn allemaal super gelukkig. Waarom voelt dat voor hen dan niet zo?
“Goed doen, is goed genoeg.”
Wat zijn daarvan de gevolgen?
Op dit moment in Nederland zien we vooral dat vaders en moeders bevestigd worden in ‘traditionele’ rollen: vaders toch als kostwinner, moeders als thuisblijvers, hulp op school, enzovoort. Dit wordt versterkt doordat na de verlofperiode te veel zorg bij de vrouw blijft hangen. En hoe moet je dan een deel van die dagelijkse zorg overdragen aan jouw partner? Daarnaast zien we dat hoewel vaders en moeders meer tijd besteden aan kinderen, dat moeders nog altijd meer tijd besteden aan kinderen dan vaders én minder aan zichzelf. Voor de fysieke gezondheid van kinderen, weten we uit onderzoek, kan dat goed uitpakken. Maar het kan tegelijkertijd tot meer psychische stress bij moeders en vaders leiden, waar ook de kinderen iets van meekrijgen. Juist wanneer kinderen het meer zelf uit moeten zoeken, bijvoorbeeld omdat de ouders druk zijn met werk, kan ze dat meer zelfbewustzijn geven. Onze conclusie naar aanleiding van dit onderzoek is dus: als ouder is goed doen al goed genoeg.
Wat zou ouders anno nu een goede, meer gelijke start kunnen bieden?
Al geruime tijd wordt gepleit voor meer verlof voor vaders en partners zodat de zorg vanaf de start eerlijker kan worden verdeeld en de druk op gezinnen kan worden verlicht. Gelukkig is dat er nu ook echt gekomen. Per 1 juli is er 5 weken aanvullend geboorteverlof, op te nemen binnen de eerste zes maanden na de geboorte. Helaas krijgen vaders & partners die dit verlof opnemen slechts 70% van hun salaris door de overheid uitbetaald. Dat maakt dat het verlof in veel gevallen onhaalbaar.
Daarnaast geloof ik er heilig in dat veel moois zou kunnen ontstaan vanuit de kraamzorg. Dit is echt een geweldige Nederlandse traditie, maar vooralsnog alleen ten faveure van baby’s en moeders. Hoe geweldig zou het zijn als kraamverzorgsters zich ook meer gaan richten op vaders om hen te helpen in hun nieuwe rol?
“Vrouwen moeten meer werken, vrouwen moeten anders denken. Nee, het is een probleem van ons allemaal.”
Deels ligt daar dus een rol voor de overheid, valt daar nog meer van te verwachten?
Absoluut. Ook door de regering wordt steeds meer gekeken naar de druk op ouders en de combinatie werk & gezin, mede ingegeven door Europese regelgeving. Veranderingen duren echter heel lang en regeringen regeren slechts 4 jaar. Daarnaast gaan we pas echt goede oplossingen bedenken als we het niet meer als een probleem van vrouwen zien. Vrouwen moeten meer werken, vrouwen moeten anders denken. Nee, het is een probleem van ons allemaal.
Geef eens een voorbeeld van dat anders denken?
Zolang we kinderopvang blijven zien als een instrument om vrouwen meer uren te laten werken, gaat dat niet gebeuren. Kinderopvang moet de beste optie zijn voor het jonge kind om zich goed te ontwikkelen. Dan pas geef je vaders én moeders het vertrouwen dat zij samen aan het werk kunnen. In onze huidige marktwerking staat echter de kwaliteit onder druk van de prijs en de behoefte aan winst. Een meer sturende rol vanuit de overheid, zoals in andere landen om ons heen gebeurt, is dus ook in dit geval hard nodig. Gelukkig zien we dit steeds meer. De overheid investeert meer in de kwaliteit van de kinderopvang, en die stijgende kwaliteit is zichtbaar.
Wat kunnen werkgevers doen om hun werkende ouders te helpen?
Uit onderzoek van andere Europese wetenschappers, blijkt dat ouders veel beslissingen nemen op basis van wat wij ‘a perceived sense of entitlement’ noemen. Dus niet wat op papier mogelijk is, is leidend, maar wat ouders denken dat haalbaar is gegeven de omstandigheden op het werk en thuis. Werkgevers kunnen werkende ouders dus helpen door deze problematiek niet af te doen met wat er op papier mogelijk is, maar zorg bespreekbaar te maken binnen de organisatiecultuur. Zodat ouders zich ook echt vrij voelen om van die mogelijkheden gebruik te maken. Datzelfde geldt voor de kinderopvang. Door de affaire met toeslagen en de complexiteit van de aanvragen, denken sommige ouders: laat maar zitten. Daar begin ik maar niet aan. Zelfs ik vind het complex, terwijl ik al jaren bezig ben met dit onderwerp. Het is dus aan de overheid om heel duidelijk te maken hoe ze dit stelsel gaan versimpelen. Gelukkig wordt daar nu volop over gesproken in Den Haag.
“Als we weten waar de pijn zit, kan de overheid daar structurele maatregelen voor bedenken.”
Tot slot, wat is de komende tijd uw bijdrage om het leven van werkende ouders anno 2030 makkelijker te maken?
De komende 5 jaar ben ik bezig met een groot Europees onderzoek onder werkenden, onder andere onder werkende ouders. Wat vinden zij zelf belangrijk, waar hechten ze waarde aan en in hoeverre zijn ze in staat om daar zelf invloed op uit te oefenen? Het lijkt er bijvoorbeeld op dat lokaal de verschillen in wat kan en mag behoorlijk groot zijn, omdat veel beleidsbeslissingen zijn gedelegeerd naar Gemeenten. Als we beter weten waar de pijn zit, kan de overheid daar gerichter structurele maatregelen voor bedenken en uitvoeren. Hetzelfde geldt voor werkgevers: voer het gesprek met je werkende ouders, zowel met de moeder als de vader. Weet waar zij behoefte aan hebben en sta open voor maatwerk. Dat vraagt van ouders dat ze het met elkaar en met hun werkgever bespreekbaar durven maken. En liefst niet achteraf, als het mis dreigt te gaan, maar echt van te voren. En op een herhaalde basis.