Het ministerie van Sociale Zaken heeft verschillende impactanalyses gemaakt van het nieuwe stelsel kinderopvang. Wat is de impact op ouders, op organisaties, op uitvoerders en wat is de maatschappelijke impact? Is het systeem makkelijk voor ouders? Wat doet het met kansengelijkheid voor ouders en kinderen? Werkt het systeem zoals het nu bedacht is?
Het doel van het nieuwe kinderopvangstelsel
De doelstellingen van het nieuwe financieringsstelsel zijn helder:
- Het stelsel eenvoudiger en begrijpelijker maken voor ouders door het realiseren van een eenvoudige financiering.
- Het voor ouders makkelijker maken om arbeid en zorg te combineren door het realiseren van een betaalbaardere en financieel toegankelijke kinderopvang.
De impactanalyses
De impactanalyses (het zijn er veel; ouders, professionals, organisaties, uitvoerders, maatschappelijke impact van SCP/CPB, fraudeanalyse, juridische analyse, financiële analyse) laten een duidelijk beeld zien:
- De arbeidseis maakt het ingewikkeld.
- Het is niet voor alle ouders te doen of te begrijpen.
- De kans op prijsstijgingen is groot.
- Het is niet voor alle kinderen toegankelijk.
- Er is sprake van kansenongelijkheid voor kinderen van ouders die niet werken en voor ouders die het niet kunnen betalen.
- Het heeft een positief effect op de ontwikkeling van kinderen van ouders met een relatief laag inkomen. Voor kinderen met ouders met een hoog inkomen zijn de effecten beperkt.
- Ouders gaan niet meer werken volgens het SCP/CPB.
- Kinderopvangorganisaties moeten de tijd krijgen om de administratie in te richten en in te spelen op de grotere vraag.
Conclusie: Het stelsel is haalbaar, maar het moet makkelijker.
De knelpunten voor ouders
Simpelweg: het kan en moet makkelijker op een aantal punten.
1. De kansengelijkheid komt in het nieuwe conceptvoorstel op verschillende punten onder druk te staan. Voor een groep ouders:
- is de 4% bijdrage te veel.
- Is de 4% + het bedrag boven de maximum uurprijs te veel.
- vraagt het nieuwe stelsel te veel van hun doenvermogen.
- Is iedere arbeidseis een drempel.
- Is er een persoonlijke overtuiging die meespeelt.
- Is het wel of niet toegankelijk afhankelijk of ze werken.
- Is de digitale vaardigheid/ anafabetisme/ andere uitdaging een probleem.
Uit de maatschappelijke impactanalyse van het SCP/CPB blijkt dat het vaak juist voor deze kinderen, die geen toegang hebben, van belang is om naar de kinderopvang te gaan. Dit zien we terug bijvoorbeeld in het onderwijs. Daar wordt gestreden tegen kansenongelijkheid met een structureel budget van ruim 1 miljard euro. Er wordt gewerkt aan een masterplan basisvaardigheden omdat de Pisa resultaten al jarenlang achteruit gaan. Echter begint de ontwikkeling van taal-, sociale en motorische vaardigheden en kansengelijkheid al voordat een kind 4 is. Hierbij wordt de kinderopvang over het hoofd gezien. De plek waar kansenongelijkheid al begonnen is.
Een van de grote voordelen van het nieuwe stelsel is de inkomensonafhankelijkheid voor ouders. Inkomensafhankelijkheid wordt in sommige impactanalyses genoemd als mogelijke oplossing voor de kansengelijkheid. Dat klinkt logisch, echter is het inhoudelijk heel ingewikkeld om uit te voeren. Bovendien wordt hier niet stil gestaan bij alle gevolgen die het voor alle ouders, inclusief de groep ouders die je probeert te helpen, heeft. We noemen een aantal nadelen:
- Privacy gevoelige informatie: Er is geen ouder die zijn salaris met de kinderopvang gaat delen.
- Debiteurenbeheer: Als dit belegd wordt bij de kinderopvang wordt er direct privacy gevoelige informatie gedeeld. Als het belegd wordt bij een uitvoerder, moet je weer een groot uitvoeringsapparaat hebben om het debiteurenbeheer te doen. De overheid staat niet bekend als goede schuldeiser.
- Terugvorderingen blijven ook met T-2.
- Ouders met een fluctuerend inkomen blijven onzeker over de afrekening.
- Voor ouders die hun eerste kind krijgen daalt het inkomen vaak drastisch. Hiervoor is een vangnetregeling nodig. Dit maakt het direct ingewikkeld en vraagt wederom aan iedere ouder voor de eerste 2 jaar een salarisinschatting te doen met alle gevolgen van dien.
- Meer werken loont niet.
- Als ouder is de afhankelijkheidsrelatie met kinderopvangorganisatie en uitvoerder groter.
- Er blijft een grote mate van onzekerheid bij ouders.
- Er wordt veel gevraagd van het doenvermogen van ouders om het systeem te begrijpen.
- De kans op fouten is groter dan bij een stelsel met inkomensonafhankelijkheid.
- Het risico blijft bij de ouder liggen.
Het inkomensafhankelijk maken is een bijzonder slecht idee voor alle ouders, niet alleen voor de kleine groep ouders die extra financiële steun nodig heeft.
Concluderend is het belang van kansengelijkheid groot en zou dit de derde doelstelling van het nieuwe stelsel moeten zijn. Dit betekent dat er extra middelen moeten zijn die ouders met een kleine portemonnee ondersteunt en daarmee de financiële toegankelijkheid voor deze groep ouders groter maakt.
Ook betekent het dat er gekeken moet worden naar het doenvermogen van deze groep ouders. De stelregel 80-20 gaat hier op: voor 20% van de ouders is het systeem te moeilijk. Dit kost echter 80% van het budget om het toegankelijk te maken door bijvoorbeeld een helpdesk, persoonlijke ondersteuning of andere vormen van ondersteuning. Hiervan uitgaande kan je ook als doelstelling opnemen dat je een systeem bouwt wat voor deze 20% van de ouders zo eenvoudig en begrijpelijk is dat het geen 80% van het budget zou moeten kosten.
2. De invulling van de arbeidseis zorgt voor een ingewikkeld systeem, dat veel vraagt van het doenvermogen van ouders, qua uitvoering heel erg veel kost, een hoge mate van rechtsongelijkheid heeft en vooral onzekerheid biedt aan ouders en houders.
Concluderend gaat de arbeidseis voorbij aan een aantal doelstelling van het nieuwe systeem; kansengelijkheid, eenvoudig, begrijpelijk en makkelijker om arbeid en zorg te combineren. Bovenstaande analyse leidt tot 1 conclusie: Laat de arbeidseis vallen.
3. De zorgen bij ouders zijn groot over de mogelijke prijsstijgingen bij het invoeren van het nieuwe stelsel. Het economisch gevolg van een grote vraag en een klein aanbod in een stelsel met marktwerking is voor iedereen helder: prijsstijgingen. Ondanks de hoge bijdrage van de overheid, zal het voor een bepaalde groep ouders (eerder al genoemd) onbetaalbaar worden om kinderopvang af te nemen. De simpele conclusie is dat de kansenongelijkheid wordt vergroot en het ontoegankelijker wordt. Kinderopvang voor de elite. Dit vraagt om regulering. Hiervoor zien wij naast het onderzoeken van tariefregulering verschillende opties:
- Onderzoek de kostprijs op maat: locatie van de kinderopvang (hartje Amsterdam versus dorpscentrum van Nunspeet) met bijvoorbeeld de CBS prijsindex, aantal baby’s vs peuters, extra financiële ruimte voor doelgroepen en VE. Hiermee ontstaat ruimte om te ondernemen, goede kwaliteit en voor realistische prijzen voor ouders.
- Stel vast dat een ouderbijdrage nooit meer dan de 4% mag zijn of hoger dan een X bedrag, zodat het nooit de spuigaten uit kan lopen en de toegankelijkheid geborgd blijft.
- Betrek alle gemeentelijke regelingen in het nieuwe stelsel.
Hierbij willen we een kanttekening maken: Winst is geen vies woord mits het weer terug gaat in de kwaliteit van de kinderopvang.
Concluderend is het van belang om de prijsstijging voor ouders te beperken in het belang van financiële toegankelijkheid en kansengelijkheid.
4. Al jaren is de vraag: Is kinderopvang een arbeidsmarktinstrument of een ontwikkelinstrument voor kinderen? Uit de impactanalyse van het SCP/CPB blijkt dat er geen groei in arbeidsparticipatie zal zijn.
Wij zetten vraagtekens bij deze eerste analyse. Het onderzoek baseert zich op een inkomensafhankelijk stelsel, waarbij het niet loont om meer te werken. Het nieuwe conceptvoorstel gaat uit van inkomensonafhankelijk en dit is niet nader onderzocht. Samen met Ouders & Onderwijs hebben wij een peiling (n=734) gedaan onder ouders en de vraag voorgelegd of ze meer gaan werken met dit nieuwe stelsel: 13% zei gemiddeld 10,4 uur meer te gaan werken. 17% Wist het nog niet.
De marginale druk op gezinnen is groot. Het nieuwe stelsel zorgt voor meer ruimte in de portemonnee maar zorgt er ook voor dat meer werken gaat lonen. Meer als ooit weten ouders dat ook financieel opvoeden van je kind noodzakelijk is om een stabiele basis te bieden en de kansen van je kind te vergroten. Het vraagt dus om nader onderzoek onder ouders om na te gaan wat ze gaan doen bij de invoering van een inkomensonafhankelijk stelsel.
De impactanalyse laat zien dat de arbeidseis te ingewikkeld is. Hij vraagt teveel van het doenvermogen van ouders. Terwijl uit onderzoek blijkt dat de positieve effecten van kinderopvang, zoals cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling, vooral optreden bij kinderen van ouders met een relatief laag inkomen.
We denken in oplossingen
Graag denken we ook in oplossingen. Er bestaat namelijk niet zoiets als gratis geld. Als je de arbeidseis afschaft, dan is er meer financiële ruimte nodig op de begroting van Sociale Zaken. Wij snappen dat het ergens vandaan moet komen. Graag dragen wij daarom ook oplossingen aan.
Kinderbijslag- kindgebondenbudget:
Veel ouders geven aan dat zij de kinderbijslag zien als druppel op een gloeiende plaat, enerzijds omdat ze het echt nodig hebben om überhaupt een paar gympen te kopen, anderzijds omdat ze het niet nodig hebben en eigenlijk geen idee hebben waar ze het aan uitgeven. De ouder met een grote portemonnee gebruikt het als studiepotje waardoor deze kinderen schuldenvrij uit hun studie komen. Daar waar de ouder met een kleinere portemonnee het nodig heeft om eten op tafel te zetten en hun kinderen zeker niet schuldenvrij uit hun studie komen.
Ook geven ouders aan alle verschillende kindregelingen onoverzichtelijk te vinden. Onze oproep is daarom; Versimpel de kindregelingen. Stel je zou de kinderbijslag in deze vorm afschaffen en inzetten waar het wel bijdraagt. Je maakt het geheel aan kindregelingen makkelijker en minder kostbaar. Hier zijn verschillende opties voor:
- Uitbreiden van het kindgebondenbudget om de marginale druk te verbeteren in het kader van kansengelijkheid.
- Uitbreiden van de verlofregelingen naar 100%, tot 18 jaar en het eerste jaar. Dit komt alle ouders ten goede, maar vooral de ouders met een kleine portemonnee. Als baby’s bovendien langer thuis zijn, wordt de babyopvang minder/niet gebruikt, kan dat personeel op andere groepen worden ingezet en dalen de kosten van de kinderopvang.
- Laten vallen van de arbeidseis. Deze heeft als bijkomend voordeel dat voor de ouders die niet werken de drempel vervalt om te werken en daarmee financieel beter voor hun kinderen kunnen zorgen.
Kansengelijkheid via VE
Op het ministerie van Onderwijs wordt gewerkt aan kansengelijkheid en aan het masterplan basisvaardigheden. Er wordt structureel 1 miljard euro beschikbaar gesteld om kansengelijkheid te verbeteren. Het kabinet stelt ook in het coalitieakkoord structureel € 1 miljard beschikbaar voor onderwijskwaliteit via het masterplan basisvaardigheden.
Het nieuwe financieringsstelsel biedt kansen zowel aan kansengelijkheid als aan basisvaardigheden te werken, echter niet in in het onderwijs, maar daarvoor, in de kinderopvang. Het is natuurlijk raar om hierin een knip te leggen vanaf het moment dat een kind vier wordt. Het is dus van belang deze weeffout in het nieuwe stelsel op te pakken en de kinderopvang ook voor deze groep kinderen toegankelijk te maken, zodat alle kinderen dezelfde start hebben als zij aan hun schoolcarrière beginnen.
Zo simpel als 1+1 drie kan zijn, gaat dat hier ook op. Besteed een deel van de middelen uit het masterplan basisvaardigheden en kansengelijkheid aan de kinderopvang zodat de kinderopvang voor alle kinderen toegankelijk is. Werk zo tegelijkertijd aan de eerste, simpele stappen om de taalvaardigheid van kinderen te verbeteren.
Winst
Winst in de kinderopvang is inmiddels een heikel woord geworden. Winst is echter nodig om ook je organisatie verder te ontwikkelen. Als ouders onderschrijven wij dit. Echter alleen als de winst weer terugvloeit in de organisatie en niet naar derden stroomt. Daarom stellen wij voor om ouders en professionals mee te laten praten over waar de winst naartoe gaat. Een adviesrecht zou hierin niet volstaan. Ouders hebben reeds adviesrecht op de prijs en de ervaring leert dat dit advies simpel terzijde geschoven kan worden. Geef ouders en professionals instemmingsrecht op het gebied van winsten in de kinderopvang. Dit recht zou ook van toepassing moeten zijn op eventuele verkoop van de organisatie.
Simpeler
Het kan simpeler. Uit de impactanalyse van ouders kwam duidelijk naar voren dat ouders nog verschillende knelpunten zagen zeker op het gebied van doenlijkheid en bij wie ze waarvoor moesten zijn. Als je kijkt naar de burgerreis in de impactanalyse en deze vergelijkt met een burgerreis voor het inschrijven bij een school dan kan je het met 8 stappen versimpelen. Zo ga je van 14 naar 6 stappen. Dit draagt bij aan de doelstellingen eenvoudiger en makkelijker. Het wordt bovendien makkelijker uitvoerbaar. Ons advies is om te kijken waar het proces nog makkelijker kan en wat dit ook financieel oplevert. Het laten vallen van de arbeidseis kost 500 miljoen volgens berekeningen van het ministerie van Sociale Zaken.
Onderzoek
Wij pleiten ook voor nader onderzoek over de arbeidsparticipatie van ouders als gevolg van het nieuwe stelsel. Gaan ouders meer werken nu meer werken lonend wordt in een krappe arbeidsmarkt en een grote marginale druk op gezinnen? Gaan ouders 5 dagen hun kinderen brengen? Gaan ouders voor 5 dagen een contract afsluiten? Gaan kinderopvangorganisaties ouders een 5 dagen contract aanbieden onder het mom van pedagogische kwaliteit? Wat gaan ouders doen als je de verlofregelingen verder uitbreidt?
Transitiejaar 2026
Voor het uitstellen van het nieuwe stelsel zien wij graag dat de bezuiniging op het IACK ook twee jaar wordt uitgesteld. Het afschaffen van de IACK werd gebracht in combinatie met de invoering van het nieuwe stelsel. Daarmee is het logisch als het samen met de invoering van het nieuwe stelsel ook twee jaar wordt uitgesteld.
Verder stellen wij voor om niet te veel aan de salaristabel te sleutelen om hogere terugvorderingen te voorkomen maar 2026 te gebruiken als transitiejaar. Nieuwe ouders in de kinderopvang starten dan met het nieuwe stelsel om het systeem te testen en kinderziektes eruit te halen.
Hier zitten verschillende voordelen aan:
– Je kan het nieuwe stelsel/ systeem rustig testen.
– Je gaat niet in 1 klap over.
– Kinderopvangorganisaties krijgen ruimte en tijd om te wennen aan het nieuwe systeem en hun administratie rustig in te richten. Zij kunnen dan ook waar nodig goed begeleid worden. Het vraagt wel zorgvuldigheid en een goede afstemming voor zowel ouders, houders, softwareleveranciers en uitvoerder.
En nu?
Deze zomer gaat minister van Gennip met het kabinet een beslissing nemen over de invulling van het nieuwe stelsel. Wij gaan verder met het ministerie in gesprek over de impact op ouders en kinderen. Wil je ons iets meegeven? heb je een idee? Je kan ons altijd mailen! Of met ons meedenken in onze denktank.
Stichting Voor Werkende Ouders
Het runnen van een gezin is als het runnen van een bedrijf. Wij denken dat het makkelijker kan. Hierin speelt iedereen een rol, de politiek, de maatschappij, werkgevers, de media en ouders zelf. Wij lobbyen hiervoor. Wij vertegenwoordigen ruim 15.000 ouders in Nederland. Wij helpen ouders ook op onze startpagina Wat Ouders Willen Weten en via TijdBaas. Ruim 900 ouders denken met ons mee in onze denktank. Doe je ook mee?