Het is Prinsjesdag 2025, het moment waarop het kabinet zijn plannen presenteert. Wij zetten de plannen voor gezinnen voor je op een rij.
Prinsjesdag 2025 voor gezinnen
We hebben gekeken naar de verschillende begrotingen in de Prinsjesdag 2025 stukken die impact hebben op gezinnen. Hieruit knippen en plakken we de belangrijkste onderwerpen hieronder per onderwerp.
Kinderopvang
Een toegankelijke kinderopvang is van groot belang voor onze samenleving. Het zorgt ervoor dat ouders kunnen werken als zij dat willen. Tegelijkertijd zorgt kwalitatief goede kinderopvang voor een goede start voor kinderen. De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat verbetering van het stelsel nodig is. Dit kabinet werkt aan zekerheid, voorspelbaarheid en betaalbaarheid van de kinderopvang voor werkende ouders.
Het kabinet bouwt aan een toekomstbestendig stelsel voor kinderopvang.
We zetten de herziening van het stelsel voortvarend door samen met de kinderopvangorganisaties. De herziening is een belangrijke stap in het eenvoudiger maken van maatregelen die het inkomen ondersteunen. Instel lingen voor kinderopvang worden voortaan rechtstreeks gefinancierd en de ondersteuning van werkende ouders is niet langer afhankelijk van de hoogte van hun inkomen. Zo voorkomen we dat werkende ouders achteraf geconfronteerd worden met terugvorderingen. Werkende ouders en kinder opvangorganisaties krijgen zo meer zekerheid en voorspelbaarheid. Ook wordt kinderopvang voor de meeste werkende ouders goedkoper.
Het kabinet heeft alle kinderopvangorganisaties hard nodig om samen met hen deze overgang te maken. De herziening van het financieringsstelsel heeft immers grote gevolgen voor de sector. De overgang van het oude naar het nieuwe stelsel moet zorgvuldig verlopen. 2025 zal in het teken staan van het verder ontwikkelen van de wetgeving en het voorbereiden van de overgang van het oude naar het nieuwe stelsel. Ook gaat de kinderopvang toeslag omhoog. In 2025 is daar ruim 400 miljoen euro voor beschikbaar. Vooral werkende huishoudens met een middeninkomen zijn daardoor minder geld kwijt aan kinderopvang. Tegelijk blijven we investeren in de toegankelijkheid en kwaliteit van kinderopvang binnen het huidige stelsel.
Armoede
Om (kinder-)armoede tegen te gaan neemt het kabinet verschillende maatregelen. Zo wordt bijvoorbeeld het kindgebonden budget en de huurtoeslag verhoogd. Ook bevriest het kabinet van 2025 tot en met 2027 de afbouw van de dubbele algemene heffingskorting in de bijstand. Voor mensen in de bijstand voorkomt het kabinet daarmee dat hun uitkering tussen 2025 en 2027 daalt. Daarnaast werkt het kabinet toe naar een oplossing voor het knelpunt in het kindgebonden budget rondom de noodgedwongen elders verblijvende partner.
Armoede gaat niet alleen over inkomen, maar ook over de mate waarin mensen kunnen meedoen in de maatschappij. Het kabinet focust daarom ook op werk, want werk biedt de beste weg uit armoede. Ook wil het kabinet kijken naar de oorzaken van (kinder-)armoede die overgaat van generatie op generatie, en de effecten daarvan op zorg, onderwijs, leefomgeving en veiligheid. Bovendien zet het kabinet in 2025 het programma schoolmaal tijden voort om in de basale levensbehoeften van kinderen te voorzien, zodat zij kunnen leren en ontwikkelen.
We willen schuldenproblematiek bij de bron aanpakken, bijvoorbeeld met ondersteuning bij beginnende betalingsach terstanden en het strenger reguleren van ‘Buy Now, Pay Later’ constructies. De overheid moet zelf verantwoordelijker omgaan met invordering. Het kabinet gaat het stelsel van publieke en private invordering verbeteren door schulden zoveel mogelijk in een vroeg stadium op te lossen. We maken daarbij steeds een afweging tussen de belangen van mensen met schulden en schuldeisers. Voor de verbetering van de (gemeentelijke) schuldhulpverlening bouwen we voort op de basisdienstverlening. Mensen met (beginnende) problematische schulden komen sneller in beeld en ontvangen een passend hulpaanbod. De samenwerking tussen publieke en private partijen moet worden versterkt, waardoor bijvoorbeeld meer mensen met geldzorgen sneller geholpen worden en versnippering van initiatieven wordt tegengegaan.
Energie
Huishoudens zijn gebaat bij zowel hulp op de korte termijn, als structurele oplossingen voor hun hoge energierekening op de lange termijn. Ook voor middengroepen is het van belang dat zij hun energiekosten kunnen blijven betalen. Daarom spant het kabinet zich in voor een rechtvaardige en betaalbare energietransitie, zowel voor middeninkomens als voor huishoudens met een kleine portemonnee. Concreet treft het kabinet voor 2025 en 2026 een reservering van 60 miljoen euro om een energiefonds in te richten dat steun biedt aan huishoudens die hun energierekening niet kunnen betalen.
Toeslagen en regels
Het kabinet gaat aan de slag met vereenvoudiging. Veel inkomensondersteunende regelingen zijn te ingewikkeld. Mensen weten daardoor niet waar ze recht op hebben, zijn terughoudend met het aanvragen van een uitkering en krijgen te maken met hardheden in het stelsel. Het kabinet start daarom met een hervormingsagenda: de wet- en regelgeving in de sociale zekerheid, toeslagen en inkomstenbelasting wordt vereenvoudigd. De hervormingsagenda heeft drie doelen: inkomensondersteuning moet zekerheid bieden en makkelijk te begrijpen zijn. En (meer) werken moet lonen.
Zo gaan we er onder meer voor zorgen dat mensen met een noodgedwongen elders verblijvende partner vanaf 1 januari 2026 als alleenstaanden worden behandeld voor de WKB, KOT en zorgtoeslag. Daarmee voorkomen we financiële problemen, kinderarmoede en mogelijk grote terugvorderingen. Ook richten we voor 2025 tot en met 2027 een tijdelijke regeling op voor een groep alleenverdieners. Met deze regeling kunnen gemeenten geld geven aan alleenverdieners die minder verdienen dan het bestaansminimum.
Het is wenselijk dat mensen gebruik maken van een uitkering waar ze recht op hebben. Met het wetsvoorstel proactieve dienstverlening willen we dit verbeteren: in elk geval voor de Toeslagenwet en de bijstand, waaronder de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO). UWV, SVB en gemeenten kunnen mensen straks vooraf persoonlijk informeren over uitkeringen waar zij recht op hebben. Dit gebeurt op basis van persoonsgegevens. We willen dat de wet in 2026 in werking treedt.
Werk en Zorg
Het kabinet zorgt dat mensen hun werk en zorgtaken voor kinderen en naasten goed kunnen combineren. Kinderopvang en verlofregelingen bieden ondersteuning. Bijvoorbeeld aan gezinnen die zo’n belangrijke rol spelen in de samenleving. Het verlofstelsel uit de Wet arbeid en zorg is ingewikkeld. Dit kabinet onderzoekt hoe dit stelsel op korte termijn kan worden vereenvoudigd. Op lange termijn is de uitdaging hoe we arbeid en zorg combineren, als steeds meer mensen mantelzorg moeten verlenen. De SER werkt aan een advies hierover. Daarnaast onderzoeken we ook of er andere knelpunten zijn waar gezinnen – in al haar verschijningsvormen – tegenaan lopen.
Het beleid van SZW op het gebied van arbeid en zorg en de ontwikkeling van het kind valt uiteen in de onderwerpen kinderopvang, kinderbijslag en het kindgebonden budget (tegemoetkoming ouders) alsook arbeid en zorg (onder andere zwangerschaps- en bevallingsverlof, ouderschapsverlof en flexibel werken).
Dit thema in de SEA maakt inzichtelijk dat het beleid enerzijds ziet op
het bevorderen van arbeidsparticipatie en anderzijds op het bieden van inkomensondersteuning aan ouders. Het biedt mensen controle op hun werk en leven en tegelijk de mogelijkheid zich te kunnen ontwikkelen. De regelingen voortvloeiend uit dit beleid hebben ten slotte het streven een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het kind en het bestrijden van armoede onder kinderen.
De komende jaren zullen we ons beleid evalueren. We kijken dan naar alle onderwerpen die raken aan arbeid en zorg, en de ontwikkeling van het kind. Wat zijn de doelen van dit SZW-beleid, welke inzichtbehoefte bestaat er op dit vlak en vooral ook waar is overlap en waar ontbreekt kennis of een eventuele hogere doelomschrijving en link met ander (SZW- of rijks-)beleid. Samenhangend hiermee worden er onderzoeken uitgevoerd naar de situatie van gezinnen in Nederland. In dit onderwerp- overstijgende onderzoek is aandacht voor de thema’s inkomen, werk en zorg, welzijn van kinderen en overige onderwerpen zoals huisvesting endemografisch beleid.
De splitsing in onderwerpen kinderopvang, tegemoetkoming ouders en arbeid en zorg heeft nu een evaluatieplanning per onderwerp. Die analyseren we in 2026 overkoepelend, waarbij we kijken naar de samenhang en onderbouwing van beleid.
Werk
Het kabinet stimuleert en helpt mensen om (meer) te werken. Werk biedt mensen betekenis, plezier en een toekomstperspectief. Een baan geeft mensen zekerheid over hun bestaan. Tegelijkertijd draag je door te werken bij aan de samenleving en help je anderen in wat zij nodig hebben. Zeker in deze tijden van arbeidsmarktkrapte is iedereen hard nodig op de arbeids markt. Daarom is het belangrijk dat iedereen die kan werken, dat ook doet.
Het kabinet verbetert de koopkracht van werkende middeninkomens en verlaagt de lasten. Inkomensondersteuning moet zekerheid bieden en makkelijk te begrijpen zijn. De marginale druk moet omlaag. Zo gaat werken meer lonen, wordt het voorspelbaarder wat je overhoudt als je meer gaat werken en maken we werken aantrekkelijker. Of het nu gaat om meer uren werken, of om aan het werk gaan vanuit een uitkering.
Met het project ‘Meer uren werkt!’ willen we zichtbare en onzichtbare drempels wegnemen. In de sociale omgeving, bij arbeidsor ganisaties en bij deeltijders zelf. Denk hierbij aan het mogelijk maken van het anders inroosteren van de werkdag en het mogelijk maken van combinatiebanen. Zodat deeltijders die meer uren willen werken, dat ook kunnen doen. Dit draagt bij aan hun economische zelfstandigheid en aan de welvaart in Nederland.
Onderwijs
Met het Masterplan basisvaardigheden wil het kabinet aan het einde van schooljaar 2027-2028 de basis van alle leerlingen op orde hebben. Aan het einde van het basisonderwijs moeten leerlingen minimaal fundamenteel niveau 1F beheersen voor rekenvaardigheid, leesvaardigheid en taalvaardigheid.
We vernieuwen het curriculum. We maken het minder overladen door (het aantal) kerndoelen te herzien en aan te scherpen. Leraren bieden we tijd, geld en toegang tot kennis om zich te professionaliseren en we helpen scholen met expertise in de basisvaardigheden.
We actualiseren de wettelijke eisen voor onderwijskwaliteit. We doen dat in de komende vijf jaar, met hulp van leraren, onderwijs en inspectie.
We helpen de leesvaardigheid en het leesplezier te vergroten van leerlingen in het primair onderwijs en in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Daarvoor nemen we in het curriculum weten schappelijke inzichten over effectief leesonderwijs op.
We richten ons op een doorlopende leeslijn van nul tot honderd jaar. Dit doen we door te bevorderen dat bibliotheken, kinderopvang, scholen en gemeenten samenwerken en investeren in een duurzame samenwerking tussen scholen en bibliotheken.
Met les in digitale geletterdheid leren scholen leerlingen vaardigheden om digitale technologie kritisch en (zelf)bewust te gebruiken. Om leerlingen weerbaar te maken leren ze onder andere het inschatten van kansen en risico’s die het gebruik van digitale technologie met zich meebrengt en leggen dit wettelijk vast.
Het kabinet helpt gemeenten en schoolbesturen bij de vervanging van verouderde schoolgebouwen met ondersteuning bij professionalisering, standaardisatie, kennisuitwisseling en innovatie. Zo wordt er onder andere gewerkt aan een wetsvoorstel dat tot doel heeft om gemeenten en schoolbe sturen meer planmatig te laten samenwerken bij de bouw en het onderhoud van schoolgebouwen.
Het kabinet blijft inzetten op het programma Schoolmaaltijden. Het programma wordt in de huidige vorm voortgezet voor een bedrag van € 135 miljoen per jaar.
Scholen in het primair en voortgezet onderwijs worden gecompenseerd voor de btw-verhoging op leermiddelen en ontvangen vanaf 2026 structureel € 58,5 miljoen. Ook mbo-instellingen ontvangen een compensatie voor deze btw-verhoging voor leermiddelen voor basisvaar digheden voor studenten onder de 18 jaar en ontvangen vanaf 2026 structureel € 1,5 miljoen.
We werken aan doorlopende leerlijnen en de verbetering van de overgang naar het vo, door de kennisbasis te vergroten en door de samenwerking tussen po- en vo-scholen makkelijker te maken. We maken het makkelijker voor leerlingen om met succes door te stromen naar en binnen het voortgezet onderwijszodat leerlingen onderwijs volgen dat aansluit bij hun capaciteiten, onder andere door te werken aan de verplichting van een leerlingvolgsysteem in het vo.
Met de Gelijke Kansen Alliantie steunen we kinderen die opgroeien in kwetsbare omstandigheden, met interventies die passen bij de lokale context en behoeften. In de wijk versterken we de samenwerking tussen school, wijkteam, maatschappelijke organisaties en jeugdzorg.
Dit vraagt inzet van (meer) multidisciplinaire teams op de school, zodat leraren voldoende ondersteund worden en zich op hun kerntaak kunnen richten. De inzet van een brugfunctionaris, die de schakel vormt tussen school, gemeente en zorg en daarmee een cruciale rol speelt binnen het sociaal domein, past daarbij.
We komen met een vernieuwde subsidieregeling voor het programma School & Omgeving en werken toe naar een duurzame vormgeving vanaf 2028. Met de subsidie kunnen scholen, gemeenten en maatschappelijke organisaties verrijkt onderwijs aanbieden aan leerlingen. Het budget voor School en Omgeving wordt vanaf 2026 gekort met een bedrag van € 94,6 miljoen op artikel 1 en € 60,5 miljoen op artikel 3. Het programma wordt beperkt voortgezet, waarbij prioriteit wordt gegeven aan de scholen met de 5% hoogste relatieve onderwijsach terstandsscores.
Gelijke positie vrouwen en mannen op de arbeidsmarkt
Het kabinet financiert de alliantie Financieel Sterk door Werk en het onderzoeksprogramma Economische veerkracht van vrouwen NWO. Doel is een betere inkomenspositie van vrouwen en een hogere arbeidspar ticipatie, omdat die bijdragen aan de bestaanszekerheid van vrouwen
en huishoudens. Het kabinet werkt toe naar een evenredige verte genwoordiging van vrouwen in leidinggevende posities in de private en(semi-)publieke sector. Het CPB onderzoekt in 2025 de effectiviteit van het quotum van de Topvrouwenwet en SEO Economisch onderzoek publiceert de monitor Genderdiversiteit in de top van de (semi)publieke sector. Met de uitvoering van de EU-richtlijn voor loontransparantie draagt het kabinet bij aan een kleinere loonkloof.
Zorg
Het kabinet wil in de eerste plaats voorkomen dat steeds meer kinderen, jongeren en gezinnen hulp nodig hebben. Nu doet al één op de zeven jongeren en kinderen een beroep op jeugdzorg, waar dit in 2000 nog één op de 27 kinderen was. Dat kan en moet minder, want dit is (ook financieel en qua arbeidsmarkt) niet houdbaar en moet dus anders. Juist ook om ervoor te kunnen zorgen dat de meest kwetsbare kinderen en jongeren die specialistische zorg echt nodig hebben de zorg krijgen die ze verdienen en niet eindeloos op wachtlijsten staan. Het kabinet zal daartoe met een wetsvoorstel komen. Daarbij zet het kabinet onder andere in op het versterken van sociale netwerken in de buurt. We willen er ook naar toe dat gezinnen worden ondersteund door stevige lokale wijkteams, waar je voor de meeste vragen terecht kan. Voor eenvoudige vragen wordt namelijk nu nog te vaak verwezen naar een specialist. Vier op de tien gezinnen ervaart problemen op meerdere domeinen zoals armoede en schulden, huisvesting, zorg en veiligheid. Jeugdhulp is niet altijd het juiste of enige antwoord voor deze gezinnen. Daarom gaat het kabinet met gemeenten inzetten op een veel meer gezamenlijke aanpak. We geven een steuntje in de rug waar dat nodig is, maar de opvoeding blijft natuurlijk altijd een verantwoordelijkheid van de ouders.
Door minder verschillende regels te maken voor de specialistische jeugdzorg pakt het kabinet daarnaast de bureaucratie aan. Het kabinet stuurt nog dit jaar regelgeving naar de Tweede Kamer waarin is vastgelegd welke specialistische jeugdhulp beschikbaar moet zijn.
Lokale wijkteams, jeugdhulp, jeugdbescherming, en andere organisaties gaan nauwer samenwerken. Zo kunnen ze sneller op het gezin gerichte passende hulp bieden. Op die manier vergroten we de veiligheid voor kinderen en verminderen we het aantal uithuisplaatsingen.
Kinderen en jongeren die toch even niet thuis kunnen wonen, ontvangen zo dicht mogelijk bij huis liefdevolle hulp. De gesloten jeugdzorg wordt zo snel mogelijk afgebouwd. In plaats hiervan kom er een alternatief aanbod. Het kabinet gaat hier zo snel mogelijk mee aan de slag. Regio’s en aanbieders zullen hierbij worden ondersteund.
Preventie
Ons doel is een gezonde generatie in 2040. We stimuleren onder andere een gezondere leef- en schoolomgeving. We staan voor vrije keuzes. Kinderen en jongeren hebben echter niet altijd de mogelijkheid zelf een weloverwogen keuze te maken. Daar ligt een taak voor de overheid. Daarom gaan we marketing van ongezonde producten gericht op kinderen en jongeren tegen, rekening houdend met de proportionaliteit van (met name) de wettelijke maatregelen voor de betrokken partijen, waaronder de regeldruk voor ondernemers. We dringen met een actieplan met
een focus op jongeren het vapen terug en voeren campagne over de negatieve gezondheids- en maatschappelijke consequenties van het kopen en gebruiken van illegale drugs. Door dit zichtbaar te maken, willen we
dit bewustzijn versterken. We hebben daarnaast volop aandacht voor de mentale gezondheid van jongeren en studenten.
Het lukt onvoldoende om investeringen in preventie vooraf te relateren aan besparingen later. Daarom werken we samen met organisaties in
de zorg aan een investeringsmodel voor preventie. We maken afspraken met gemeenten over de inzet van bewezen effectieve maatregelen, zoals valpreventie, kansrijke start en het bevorderen van seksuele gezondheid.
Vaccins
Het kabinet neemt de zorgen om de gedaalde vaccinatiegraden zeer serieus. Daarom maken we het onder andere makkelijker om vaccinaties te krijgen, met name in wijken en gebieden waar de vaccinatiegraad achterblijft.
We zetten in op het vergroten van het vertrouwen in vaccinaties door begrijpelijke en doelgroepgerichte voorlichting. En door het tegengaan van onjuiste medische informatie, over vaccinaties, maar ook overandere onderwerpen.
We gaan, vanaf 2025, het vaccin dat kinderen beschermt in hun eerste RS-virus seizoen, opnemen in het Rijksvaccinatieprogramma. Dit voorkomt ontzettend veel leed bij kinderen en bezorgde ouders en naar verwachting daalt hiermee het aantal ziekenhuisopnames met [2.000 ‒ 2.500 per jaar].
Nog meer
OCW investeert in openbare bibliotheken als maatschappelijke basisvoorziening waar mensen kunnen samenkomen, lezen, leren en kennismaken met cultuur. Het doel is dat elke gemeente een toekomstbe stendige bibliotheek heeft die voor al deze aspecten in de samenleving in de juiste diensten kan voorzien.
Stichting Voor Werkende Ouders
Het runnen van een gezin is als het runnen van een bedrijf. Zo laat ook deze Staat van het Gezin 2024 zien. Wij denken dat het makkelijker kan. Hierin speelt iedereen een rol, de politiek, de maatschappij, werkgevers, de media en ouders zelf. Wij lobbyen hiervoor. Wij vertegenwoordigen ruim 15.000 ouders in Nederland. Daarnaast helpen we ouders met simpele tips en tools op Wat Ouders Willen Weten en TijdBaas. Ruim 900 ouders denken met ons mee in onze denktank.