Hoe gaat de anderhalve meter economie eruit zien? Hoe gaat dat in de horeca? Minder stoelen, tafels eruit. Hoe gaat dat in winkels? Looproutes en stickers op de grond. Hoe ga je in een verpleeghuis of een hospice iemand verzorgen? Met een bezemsteel en een spons iemand wassen op anderhalve meter? We denken er allemaal druk over na.
Zo denken wij na over hoe dat moet in de kinderopvang en op scholen. Hoe ga je de billen van een dreumes afvegen op anderhalve meter afstand? Of die 15 weken oude baby een fles geven op anderhalve meter afstand? Of een lesje geven aan een 6-jarige die het verschil niet snapt tussen bos en boos? Of wat te denken van groep 7 en 8 die met elkaar voetballen in de pauze. Even wat energie eruit gooien nadat ze net 2 uur lang geconcentreerd hebben zitten werken. Of die pubers vragen afstand te houden, terwijl zij toch niet degene zijn die ziek zijn?
Emotionele veiligheid is basisdoel
Afstand houden in de kinderopvang en in het onderwijs is een illusie. Sterker nog, we moeten het niet willen. De anderhalve meter economie in de kinderopvang en het onderwijs is een bedreiging voor de pedagogische kwaliteit en veiligheid van onze kinderen.
Volgens de vier pedagogische basisdoelen van Riksen Walraven is emotionele veiligheid van cruciaal belang voor het welzijn en welbevinden van kinderen. De kwaliteit van de interactie tussen pedagogisch professional of leerkracht en een kind is het fundament voor een positieve ontwikkeling van het kind. Kinderen moeten zich gezien en gehoord voelen. Sterker nog: als je dit niet doet heeft dit negatieve gevolgen voor het kind op de lange termijn en daarmee zijn functioneren in de maatschappij.
Pedagogische kwaliteit moet boventoon voeren
Een band opbouwen en emotionele veiligheid bieden doe je niet op anderhalve meter afstand. Je kan niet vanaf anderhalve meter afstand het eten toeschuiven. Of zeggen tegen een huilend kind dat hij zelf maar zijn tranen moet drogen. Of; ‘Daar liggen de pleisters. Plak hem zelf maar even.’ Dat doe je door het kind op schoot te nemen als het verdrietig is. Dat doe je door een kind te begeleiden in zijn spel of te ondersteunen als het iets moeilijk vindt en dan een high five te geven als het is gelukt. Dat doe je met aandacht, naast elkaar.
Wij pleiten er dus voor dat afstand in de kinderopvang en het onderwijs nooit de boventoon mag voeren als alles weer opengaat. Het mag nooit ten kosten gaan van de pedagogische kwaliteit en het welbevinden van een kind.
Marjet Winsemius
Directeur Voor Werkende Ouders