Op 20 november 2019 stuurde wij deze brief naar de Vaste Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer ter voorbereiding op het begrotingsdebat 2020. Wij vinden het belangrijk om ouders letterlijk te laten horen in de Kamer. Beide punten zijn overgenomen in het debat in twee moties. De motie over Directe Financiering heeft het bij de stemming niet gehaald, maar het dossier is zeer actueel. Wij gaan door met onze lobby voor een betere financiering van de kinderopvang. De motie over het onderzoek heeft het wel. Dit betekent dat deze uitgevoerd gaat worden. Goed nieuws!
Geachte Kamerleden,
Graag laten wij de stem van ouders ook vandaag weer aan u horen en ook zien in cijfers omdat u volgende week vergadert over de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Graag dragen wij verschillende punten aan in de hoop dat u de stem van ouders in kinderen wilt voortdragen.
Kinderopvangtoeslag, een klucht van de bovenste plank
Wij hoeven u niets te vertellen over de klucht bij de Belastingdienst en alle verschrikkelijke gevolgen die dit heeft gehad op gezinnen, waarbij vooral de kinderen het slachtoffer zijn geweest. Ouders hebben inmiddels door alle berichtgeving weinig vertrouwen meer in de Belastingdienst. Wat ons echter verbaasde was de reactie van Staatssecretaris Snel bij Nieuwsuur vorige week:
“Het is het rondpompen van geld, waarin je mensen eerst een voorschot geeft, en achteraf pas gaat kijken of het goed is. Met als gevolg dat je dus in heel veel gevallen blijkt teveel aan voorschot te hebben gegeven. En dat moet je dan weer gaan innen. En dat is een probleem.”
Een probleem wat in het regeerakkoord al erkend werd door de ‘kansrijke’ oplossing van Directe Financiering, een traject waar al door vele geledingen aan gewerkt was, 20 miljoen euro in geïnvesteerd was en een oplossing bood voor veel problemen waaronder het rondpompen van geld. Het traject wat door staatssecretaris van Ark te niet werd gedaan op 28 april 2018. Zo staat te lezen op de website van de rijksoverheid:
‘Bij deze afweging is gekeken naar de mogelijkheden voor verbeteringen, afgezet tegen risico’s. Zowel binnen het huidige stelsel als in een nieuw stelsel. De afgelopen jaren heeft de Belastingdienst meer grip gekregen op de processen en is er meer stabiliteit in de uitvoering van de kinderopvangtoeslag gekomen. Het kabinet kiest daarom voor het doorvoeren van verbeteringen en veranderingen bij de Belastingdienst in plaats van een nieuw systeem.’
Hoe moeten ouders vertrouwen op een organisatie die praat over ‘Ladies and gentleman, we got him’ of ‘bij twijfel altijd afwijzen’? Hoe kunnen ouders vertrouwen op ‘meer grip op processen krijgen’ als dit de cultuur is?
In het licht van deze ontwikkelingen en de uitspraken van Staatssecretaris Snel zijn wij benieuwd of Directe Financiering weer tot de mogelijkheden behoort om hoge terugvorderingen te voorkomen, ouders niet nodeloos in de schulden te storten en het rondpompen van geld tegen te gaan? Directe Financiering ligt nog steeds op de plank en kan afgestoft worden zodra dit kabinet daartoe besluit. Is de staatssecretaris bereidt om ouders alsnog een systeem te gunnen wat zoveel meer oplossingen biedt en breed gedragen wordt door het veld?
Al jaren pleiten wij voor menselijke maat, aanpassingen van de lastige regelgeving zoals de 70-140% regeling en de toeslagentabel, de verschillende financieringsstromen in de kinderopvang en proportionaliteit. Zoals ook wordt aangegeven in het eerste deel van het IBO Toeslagen rapport. Nu is het moment gekomen om daad bij het woord te zetten. Op de vraag of Staatssecretaris Snel dacht dat het huidige systeem van toeslagen over tien jaar nog bestaat antwoordde hij: “Ik zou bijna zeggen: ik hoop van niet.” Dat hopen wij met hem. Onze oproep blijft: Maak van kinderopvang een voorziening waar alle kinderen naar toe mogen ongeacht of je werkt, een studie volgt of asielzoeker bent. Kinderopvang is een voorziening die het mogelijk maakt dat ouder en kind zich ontwikkelen. Ouders door te werken en in zichzelf te investeren. Kinderen door hun samen spel met andere kinderen. Je gunt het ieder kind en ouder, niet alleen degene die tot een doelgroep behoort. Vraag is wat dit kabinet gaat doen om deze voorziening daadwerkelijk vorm te geven.
Er is een land waar vrouwen willen wonen
Op 14 juni 1956 werd de ‘Wet handelingsonbekwaamheid’ afgeschaft. Getrouwde vrouwen mochten voortaan werken, een bankrekening openen en zonder toestemming van manlief op reis. In 1969 werkte nog 84,0 procent van de mannen tegen 34,1 procent van de vrouwen. In 2018 werkt 72,5% van de mannen en 63,2% van de vrouwen. Vanaf 1 juli 2020 kunnen partners na de bevalling ook aanvullend geboorteverlof opnemen. Als je kijkt waar we vandaan komen, dan zou je zeggen dat we het goed doen. Toch blijkt in de dagelijkse praktijk dat de uitdagingen groot zijn. Zo groot dat de belangrijkste reden van het stijgende burnout percentage wordt verweten aan de combinatie werk-zorg. Het is ook het belangrijkste gespreksonderwerp aan elke keukentafel. Ouders aan het woord:
‘Mijn elfjarige gaat niet meer naar de BSO, maar hoe doe ik dat dan met mijn werk in de vakantie? Ik kan hem ook nog niet alleen laten. Zeker niet als ze op de middelbare school bijna 9 weken vrij zijn.’
‘Ik wil graag aan de slag vanuit de bijstand. Met mijn nieuwe werkgever hebben we gekeken hoeveel ik zou verdienen, maar ik ga er zelfs op achteruit. Waarom zou ik dan gaan werken en financieel onafhankelijk zijn?’
‘Laatst kreeg ik nog de vraag: Hoeveel ga je werken als je bent bevallen? Mijn antwoord van vier dagen viel echt verkeerd.’
‘Mijn werkgever verwacht mij om 8.30 op kantoor, maar dan gaan de schooldeuren ook open. Vertel mij maar eens hoe ik dat moet doen!’
De stijgende arbeidsparticipatie van vrouwen verhoogt de druk op het gezin door een gebrek aan systematische oplossingen. Simpel voorbeeld: In de leerplichtwet van 1900 is opgenomen dat er maximaal 6 weken verlof toegestaan was ‘ten behoeve van werkzaamheden in of voor bedrijven van landbouw, tuinbouw, boschbouw, veehouderij of veenderij’, beter bekend als landbouwverlof’.
We werken anno 2019 nog steeds met schooltijden en tussen de middag thuis een broodje eten sinds de ingang van deze wet.
Het zijn dit soort voorbeelden die rechtstreeks invloed hebben op ouders en hun keuze om meer of überhaupt te werken. Hoe regel je het zo dat je kan werken en ervoor je kinderen of eigen ouders kan zijn? Uitdagingen die niet met 1 oplossing te vangen zijn. Verschillende ministeries buigen zich over het onderwerp, maar niet geheel effectief. Bij OCW wordt er bijvoorbeeld gewerkt aan vrouwen meer uren aan het werk krijgen voor hun eigen financiële zelfstandigheid. Aan de overkant van de straat bij SZW maakt de kinderopvangtoeslag dit mogelijk. Behalve als je juist meer wilt werken, want dan krijg je minder toeslag en wordt meer werken helemaal niet beloond. Hoe kan het dat twee ministeries in hun afzonderlijk beleid elkaar tegenwerken? Terwijl de druk op gezinnen verder zal stijgen door de toenemende vergrijzing.
Wat ontbreekt is een brede blik op gezinnen. Waar lopen ze tegenaan? Wat hebben ze nodig?
Wij constateren een zevenkoppig monster welke niet met 1 simpele ingreep of op 1 ministerie opgelost kan worden. Het vraagt om samenwerking over de ministeries heen, om een brede blik op gezinnen, om een gezinsbeleid inclusief generatietoets. Wij pleiten daarom voor een onderzoek naar wat gezinnen nodig hebben. Hoe kunnen wij het zevenkoppig monster het hoofd bieden en ervoor zorgen dat bijvoorbeeld het tekort aan personeel onder andere in het onderwijs en de zorg wordt aangepakt?
Er is nu een land waar families willen wonen. Een land waar we werken, zorgen voor elkaar, voor een gezonde wereld en voor de generaties na ons. Hoe kunnen we dat verzorgen? Wat is er nodig? Dit land ligt bij u.
Met vriendelijke groet,
Marjet Winsemius en Renate Tromp
Stichting Voor Werkende Ouders
Links
U kunt het interview met staatssecretaris Snel bij Nieuwsuur terugkijken op:
U kunt meer lezen over de afweging van Staatssecretaris van Ark over Directe Financiering op: