Nederland kent geen gezinsbeleid. Erger nog, alle afdelingen die met gezinnen te maken hebben zijn verspreid over diverse ministeries. Om gezinnen te ondersteunen in al hun fases, van de 100 dagen voor conceptie tot het overlijden van opa en oma, is een brede blik en samenwerking noodzakelijk. Bij elke afweging, bij elke stap, bij elk nieuw beleid moet nagedacht worden wat de gevolgen voor gezinnen zijn. Ondersteunt het hen in tijd en/of geld om werk, gezin en zorg makkelijker te combineren? Wat is de impact op alleenstaande ouders? Wat betekent het voor kinderen, nu en later?
Oplossingen: Family Friendly Policy
Als we gerichter weten waardoor het leven van gezinnen makkelijker gemaakt kan worden, met minder kans op ziekte/uitval, (vecht) scheidingen, armoedeval, genderkloof, dan kan je passend beleid maken. Een breed onderzoek onder gezinnen is hiervoor noodzakelijk waarbij het maatschappelijk veld, kinderen, ouders en opa’s en oma’s meepraten en meedenken in een G1000, een breed maatschappelijk debat, om gezamenlijk het verschil te maken.
Dit is dan het startpunt van het ministerie van gezinszaken, ‘family friendly policy’ en een levensfasebeleid voor elk nieuw beleidsvoorstel.